Meerkeuzevragen: sommige leerlingen vinden ze makkelijk, terwijl anderen er juist moeite mee hebben. Omdat je op toetsen vaak meerkeuzevragen krijgt en vooral op je eindexamen, is het belangrijk om te leren hoe je meerkeuzevragen goed beantwoordt.
Hieronder vind je 16 tips om meerkeuzevragen te beantwoorden. Zo maak je meerkeuzevragen vaker en makkelijker goed!
Meerkeuzevragen zijn vragen waarbij er meerdere antwoorden (keuzes) zijn bij de vraag waaruit je moet kiezen om de vraag te beantwoorden. Meestal worden de opties (antwoorden) die je kunt kiezen met de letters A, B, C, D, enzovoort aangeduid.
Op toetsen kan je meerkeuzevragen krijgen. Ook bij Cito-toetsen en bij sommige vakken bij je eindexamen zijn meerkeuzevragen.
Sommige leerlingen vinden meerkeuzevragen makkelijker dan open vragen. Anderen vinden meerkeuzevragen juist lastig. Het voordeel aan meerkeuzevragen is dat je alleen moet kiezen uit de opties. Je zou je door te gokken nog punten kunnen krijgen.
Meerkeuzevragen beantwoorden: 16 tips om het goed te doen
1. Sla moeilijke vragen eerst over
Als je 50 minuten de tijd krijgt voor een toets met 25 vragen, moet je inschatten dat je maximaal 2 minuten per vraag hebt. Een goede strategie is om de eerste helft van de toets snel de makkelijke vragen te maken, terwijl je de moeilijke vragen overslaat. Laat op je antwoordenblad de vraag open en kom er later op terug. In de tweede helft van je tijd beantwoord je rustig de lastige vragen. Als je dit doet krijg je in ieder geval de punten voor de vragen die je wist te maken.
Lees ook: Goede cijfers halen op school: 20 tips die echt werken
2. Lees de vraag goed: pas op voor instinkers
Zoals bij elke soort vraag op een toets moet je de vraag goed lezen. Voorbeeld:
“Welk van de onderstaande zinnen komt niet overeen met de tekst?”
Als je die “niet” niet had gelezen had je de vraag fout. Let op dat je goed de vragen leest.
3. Probeer de vraag eerst zonder de antwoorden te bekijken
Zo kom je eerst zonder invloed van de antwoorden onder de vraag tot je antwoord, waardoor je antwoord iets objectiever is. Vooral bij lees- en luistertoetsen moet je deze methode toepassen.
Lees ook: Wat betekent cum laude? Cum laude slagen doe je zo!
4. Bekijk de keuzes
Ook als je denkt dat je het antwoord op de vraag al hebt gevonden is het slim om alsnog alle andere keuzes door te nemen. Soms kom je erachter dat jouw antwoord toch niet helemaal correct was.
Lees ook: 10 tips voor meer motivatie voor school
5. Kruis onmogelijke antwoorden weg
Als je een moeilijke vraag tegenkomt waarbij je het antwoord echt niet weet, moet je de onmogelijke antwoorden wegkruisen. Zo hoef je tussen minder opties te twijfelen. Als er vier opties zijn en je elimineert er twee, dan hoef je slechts te kiezen uit twee, waardoor je kans op het juiste antwoord gestegen is van 1/4 naar 1/2.
Lees ook: Samenvatten: een goede samenvatting maken doe je zo (15 tips)
6. Zoek het antwoord dat helemaal correct is
Bij meerkeuzevragen moet je de optie kiezen die helemaal waar is. Het moet niet gedeeltelijk waar zijn, het moet volledig waar zijn. Vaak lijken de antwoorden op elkaar. Pas op. Lees de vraag nog een keer door, bekijk alle opties opnieuw en start met onmogelijke antwoorden elimineren.
7. Het is niet erg vaak dezelfde letter te antwoorden
Er is geen vaste gelijke verdelen van het aantal A’s, B’s en C’s. Als je al vijf keer achter elkaar “A” hebt beantwoord, ga je misschien twijfelen aan je antwoorden. Doe dat niet. Let niet op de patronen van de letters.
Lees ook: Je eerste schooldag in de brugklas overleven: 10 tips
8. Let op deze woorden
Altijd, nooit, alle, moeten.
Antwoorden zoals: “A: Jan is altijd beleefd” zijn minder vaak juist, omdat er slechts één tegenstrijdig voorbeeld moet zijn om het antwoord fout te maken.
9. Kies niet meteen “alle van bovenstaande” of “geen van allen”
Wanneer je aan het twijfelen bent bij een lastige meerkeuzevraag, is het verleidelijk om meteen de optie “geen van allen” maar aan te vinken. Denk eerst na over je antwoord.
Lees ook: Frans of Duits kiezen? Een groot dilemma
10. Vermijd “vage” antwoorden
Voorbeeld: Wie was Napoleon?
Opties:
- A: Een dichter (vaag)
- B: Een Amerikaans president (minder vaag)
- C: Een Frans generaal en dictator tijdens de laatste regeringen van de Franse Revolutie. (gedetailleerd, en correct)
11. Noteer welke vragen je onzeker / niet weet
Zet in de kantlijn een tekentje zoals een kruisje of vraagteken om je erop te herinneren dat je een bepaalde vraag niet zeker weet. Je kan je later nog terug naar die vraag.
Lees ook: Aantekeningen maken op school: 8 tips
12. Als twee antwoorden op elkaar lijken is vaak een van de twee goed
Voorbeeld: Wie was Vincent van Gogh?
Antwoorden:
- A: Een Chinese keizer (slaat helemaal nergens op)
- B: Een beruchte hacker (onzin)
- C: Een Duitse schilder (lijkt op C)
- D: Een Nederlandse schilder (lijkt op D en is correct)
13. Je antwoord moet de vraag beantwoorden
Misschien is een antwoord feitelijk waar. Maar als de optie niet de vraag beantwoordt heb je er niets aan. Stel jezelf altijd de vraag: Beantwoordt dit antwoord de vraag?
Je moet op lees- en luistertoetsen dom doen. Als je iets weet uit je algemene kennis, moet je dat vergeten: alleen informatie uit de toets gebruiken bij het beantwoorden van de vragen!
Als er wordt gevraagd: “welk nadeel kernenergie wordt genoemd in de tekst?”, moet je ook alleen het nadeel dat binnen de tekst is genoemd antwoorden, niet een nadeel dat je zelf wist van buiten de toets.
Lees ook: 10 tips voor de toetsweek (plannen!)
14. Leer de stof goed
Niet te vergeten is het belangrijk dat je hebt geleerd. Als je de stof goed kent is een meerkeuzetoets ontzettend simpel. Gewoon antwoorden aanvinken/omcirkelen!
Lees ook: Huiswerk maken en plannen: 14 tips + huiswerk planner
15. Slim gokken
Als je er echt niet uitkomt moet je gaan gokken. Nogmaals moet je proberen de meest onwaarschijnlijke antwoorden weg te kruisen. Verminder het aantal antwoorden waaruit je moet kiezen, zodat de kans dat je een correct antwoord kiest groter is. Kies het antwoord wat enige overeenkomst heeft met de vraag.
Lees ook: Betere cijfers halen voor wiskunde: 12 tips
16. Controleer je antwoorden
Als je klaar bent met een toets en tijd overhebt moet je je antwoorden nakijken. Soms heb je een letter bij de verkeerde vraag gezet, en dat is zonde van je punten!
Ten slotte: niet te veel twijfelen nadat je een antwoord hebt gekozen. Verander je antwoorden achteraf alleen als je zeker weet dat je eerste antwoord fout was. Vaak was je eerste antwoord al juist.
Meer lezen?
- https://www.dmu.edu/wp-content/uploads/MULTIPLE-CHOICE-TEST-TAKING-STRATEGIES.pdf
- https://www.educationcorner.com/multiple-choice-tests.html
16 tips om meerkeuzevragen correct te beantwoorden (samengevat)
- Sla moeilijke vragen eerst over
- Lees de vraag goed: pas op voor instinkers
- Probeer de vraag eerst zonder de antwoorden te bekijken
- Bekijk de keuzes
- Kruis onmogelijke antwoorden weg
- Zoek het antwoord dat helemaal correct is
- Maak je geen zorgen als je vaak achter elkaar dezelfde letter beantwoordt
- Let op deze woorden
- Kies niet zomaar “alle van bovenstaande” of “geen van allen”
- Vermijd “vage” antwoorden
- Noteer welke vragen je onzeker / niet weet
- Als twee antwoorden op elkaar lijken is vaak een van de twee goed
- Je antwoord moet de vraag beantwoorden
- Leer de stof goed
- Slim gokken
- Controleer je antwoorden
Gepubliceerd op 6 maart 2021
Hey Alan, hoe gaat het?? Ik ben anoniem, ik zit op de KiEvIeTsChOoL. Mijn naam begint met de K
Met mij gaat het goed! Bedankt voor je reactie!
Hele scherpe tips! Kunnen veel leerlingen iets aan hebben inderdaad. Vooral tip 8, dat blijven altijd de instinkers… Handig artikel!
Hoi Anne, bedankt voor je reactie! Ik ben heel blij dat je het artikel handig vond:)
Love this post! You don’t have to be smart to get good grades if you know how to take tests well.
Exactly! Thanks for commenting Jacob.